‘De dominante beweging is dat agrarische bedrijven zich in de afgelopen decennia hebben ontwikkeld van gemengde bedrijven naar gespecialiseerde bedrijven. Ze maken nu de transitie richting een model waarin primaire productie en maatschappelijke en ecosysteemdiensten samen het agrarische inkomen bepalen’, zegt Bramer.
LTO Bedrijven is een investeringsmaatschappij die belangen heeft in ondernemingen met activiteiten die de positie van Nederlandse boeren en tuinders versterken. Daarmee biedt de dochteronderneming van LTO Noord, ZLTO en LLTB een aanvulling op de primaire belangenbehartiging van de land- en tuinbouworganisaties.
Ontwikkelingen op het gebied van smart farming, klimaat, duurzame energie en multifunctionele landbouw genereren inkomsten die het agrarische verdienmodel verstevigen, zegt algemeen directeur Patrick Bramer van LTO Bedrijven. ‘Het is een richting die ook vanuit het Europees landbouwbeleid wordt ingezet. Voor ons is het een uitdaging om daarbij te zoeken naar activiteiten die kunnen zorgen voor aanvullend inkomen, bovenop de opbrengsten uit de productie van voedsel, sierteelt en GLB-gelden.’
Kijkend naar klimaat, energie en smart farming, waar liggen dan voor LTO Bedrijven de speerpunten?
‘Een voorbeeld is de groene energie die op het platteland wordt geproduceerd. Boeren hebben daarin een enorm aandeel. Bij de helft van alle duurzame energieprojecten is op een of andere manier een boer of tuinder betrokken.
‘Uit marktonderzoek bleek twee jaar geleden dat negen op de tien agrarische opwekkers van duurzame energie niet alle opbrengsten voor die energie verkrijgen, doordat ze de groencertificaten (Garanties van Oorsprong) onvoldoende verwaarden.
‘LTO Bedrijven is vervolgens met Energie van Boeren in NLgroen gestapt, waarmee we boeren en tuinders helpen een additioneel verdienmodel te realiseren bij de productie van duurzame energie.’
Nog zo’n ontwikkeling is het datagebruik in de landbouw. Welke mogelijkheden liggen daar voor het collectief?
‘Onze deelnemingen GreenlinQdata en Bioscope zijn daarin actief. Dat zijn voorbeelden van de digitale revolutie die gaande is in de land- en tuinbouw. Bioscope maakt taakkaarten aan de hand van satelliet- en dronedata. GreenlinQdata ontwikkelt software voor onder meer teeltregistratie en tracking en tracing. Deze activiteiten helpen ondernemers om slimmer en efficiënter te produceren en teeltwijze en opbrengsten transparant te maken.’
Kunt u een voorbeeld noemen van hoe dat een economisch voordeel kan opleveren voor boeren en tuinders?
‘Het vastleggen en delen van data draagt bij aan ketentransparantie. Ketenconcepten van Albert Heijn, Vion of PlanetProof vragen daarom. Wil je als agrariër die premiumprijs ontvangen, dan zul je zichtbaar moeten maken dat je boven de marktnorm produceert en dus je data moeten delen.
‘Dat delen van data wordt in toenemende mate een voorwaarde om überhaupt te mogen leveren. Het is niet zo dat die data de meerprijs oplevert, maar wat je ermee laat zien over de manier waarop je boert en teelt wel.’
Vergt het gebruik van dergelijke software een grote investering?
‘Dat valt mee, het gaat vaak om abonnementsvormen. De belangrijkste functie die wij hebben voor de LTO-organisaties is om dergelijke ontwikkelingen binnen bereik te brengen van de leden.
‘Onder LTO Bedrijven hangen nu zo’n twintig merken, deels in participatie met derden of in volledig eigendom. We blijven de markt verkennen naar nieuwe ontwikkelingen. Vanuit ons netwerk in de land- en tuinbouw weten wij wat er speelt in de sector. Onze partners hebben de kennis in huis om producten te ontwikkelen waar boeren wat aan hebben.’
Wat is een volgende ’tak van sport’ die zich aandient ter versterking van het verdienmodel?
‘Met carbon farming kunnen boeren en tuinders daadwerkelijk een oplossing bieden voor het klimaatprobleem en daar ook aan verdienen. Je ziet dat de industrie interesse heeft om hun eigen uitstoot met koolstofvastlegging in de landbouw te compenseren. Terwijl de markt zich nog moet ontwikkelen, is deze al wel volop in beweging.
‘We zien ook de gevolgen van de strenge financieringseisen die Basel IV aan banken en verzekeraars stelt. Verzekeraars gaan hierdoor – in combinatie met het risicoprofiel van de sector – kritischer kijken naar polissen voor veehouders.
‘Varkenshouders merken dat het verzekeren van stallen lastiger wordt, doordat de criteria waaraan ze moeten voldoen omhoog gaan. Vanuit LTO Verzekeringen zijn wij op zoek gegaan naar een partij die ons helpt het aanbod van agrarische polissen te vergroten.’
Carbon farming vraagt wel een ommezwaai in de bedrijfsvoering. Is de plus die de markt biedt voor CO2-certificaten voldoende om dat te compenseren?
‘Klopt. Het zal impact hebben op de bedrijfsvoering, maar ook positief uitpakken voor de bodemkwaliteit. En de aanpak van de klimaatverandering is een maatschappelijke wens en een belangrijke pijler onder de Green Deal van de Europese Unie.
‘Vanuit het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) wordt ook gestuurd op koolstofvastlegging in de bodem. Het is dus een kant die je als agrarisch ondernemer toch al op moet. Dan kun je ook maar beter gaan voor die extra plus die de markt je hier kan bieden naast de GLB-gelden.’
Zal het belang van die extra inkomsten gaan toenemen?
‘Ja, dat verandert in hoog tempo, want de grens van meer produceren tegen een steeds lagere prijs is bereikt. Schaalvergroting, verduurzaming, digitalisering en mondialisering hebben grote impact op het agrarische bedrijf.
‘De wereldmarkt zorgt voor grillige prijsschommelingen, terwijl voor een gezonde bedrijfsvoering juist stabiliteit een voorwaarde is. Daarnaast biedt de markt niet altijd een prijs die alle gemaakte kosten vergoedt. Je ziet de druk die ontstaat op bijvoorbeeld de melkveehouderij. Het melkgeld alleen is vaak te mager, waardoor boeren zoeken naar andere inkomstenbronnen.
‘De ecoregelingen in het nieuwe GLB voor natuurvriendelijk produceren en versterking van bijvoorbeeld de biodiversiteit bieden aanvullend inkomen. Ik verwacht dat daar meer bronnen van inkomsten bij zullen komen, zoals uit carbon farming, energieopwekking, recreatie, een zorgtak of het leveren aan een premiumketen. Door in te spelen op de behoefte van de omgeving van je bedrijf, kun je extra inkomsten genereren.’
Welke geluiden vangt u op? Zijn veel boeren bezig met deze zoektocht?
‘Onlangs mocht ik een bijdrage leveren aan een college van Grip op je Bedrijf van de LTO Academie. De deelnemers aan deze opleiding zijn allemaal bezig met het toekomstbestendig maken van hun bedrijf. Dat is een lastige zoektocht: welke afslag moet je nemen met je bedrijf?
‘Ik proefde ook onmacht. Want de voedselmarkt is een wereldwijde markt. We horen bij de grootste producenten, maar importeren tegelijkertijd bijna driekwart van wat we eten. Als boer zit je dus in een gemankeerde discussie als het gaat over de milieuaspecten van de land- en tuinbouw in eigen land.
‘De aandacht voor wat we in onze mond stoppen is enorm toegenomen. In plaats van hoe krijgen we voldoende voedsel of is het voedsel wel van voldoende kwaliteit, draait het tegenwoordig om de vraag of voedsel wel op ethische gronden is geproduceerd. Dat biedt kansen voor de hoogwaardige Nederlandse land- en tuinbouw. Die aandacht voor gezond en duurzaam voedsel is niet meer weg te denken, zelfs ten tijde van de huidige crisis en pandemie blijft deze discussie in de westerse wereld overeind.
Verwacht u dat er voor dat duurzame en gezonde voedsel een hogere prijs wordt betaald?
‘De nieuwe generatie boeren en tuinders zal hier wel proactief op in moeten spelen. De meeropbrengst is niet zomaar gerealiseerd. Uitdaging is wel dat geen enkel boerenbedrijf helemaal gelijk is aan een ander. En het maakt een enorm verschil of je 34 of 62 jaar oud bent.
‘Het is vaak veel gecompliceerder dan de buitenwacht denkt. De roep om een omschakeling naar biologische landbouw klinkt momenteel nogal luid. Maar als iedereen dat doet, klapt die markt in en verdient niemand wat. En dan is er bovendien te weinig voedsel om alle monden te voeden.
‘Voordeel is wel dat het hier vaak gaat om familiebedrijven. En die hebben een langere scope dan in andere sectoren. Daarom zijn ze veelal beter in staat de lange termijn voor ogen te houden.’
Het is voor veel bedrijven wel een ingrijpende transitie. De maatschappij lijkt zich dat maar beperkt te realiseren.
‘Zeer zeker, maar we moeten zelf wel optimistisch blijven en de positieve kanten van de Nederlandse land- en tuinbouw niet uit het oog verliezen. In totaliteit is het een gezonde en internationaal toonaangevende sector, waarin veel onderzoek en innovatie plaatsvindt. Het is fascinerend om te zien hoe nieuwe trends en technologieën op het boerenerf landen.
‘Tegelijkertijd is het een sector die een hoop uitdagingen kent. Maar we hebben in Nederland de best opgeleide boeren en tuinders van de wereld. Die moeten in staat zijn het extra inkomen dat in de markt zit eruit te halen.’
Interview Patrick Bramer Nieuwe Oogst Toekomst Landbouw 220521
Auteur: Peter Smit
Foto: Léonie Vaarhorst